Start van het promotietraject

BG
Meer weten? Neem contact op met A.G. Elrod voor advies.
Contact
Emma de Brabander
Labour conditions - universities
universities@hetpnn.nl

In deze sectie schetsen we de belangrijkste aspecten van de start van promotietrajecten voor promovendi. Het is belangrijk op te merken dat in Nederland niet alle promovendi onder dezelfde voorwaarden aan hun proefschrift werken. Hieronder vind je de relevante informatie, afhankelijk van het type contract of overeenkomst dat van toepassing is. Weet je (nog) niet wat voor een contract je hebt? Ga naar deze pagina om erachter te komen!

Promovendus in dienst van universiteit

Het contract voor werknemer-promovendi is een tijdelijk dienstverband voor de verwachte duur van het promotieproces. Op het moment dat je begint, wordt je dienstverband voor bepaalde tijd vastgesteld.

In principe duurt je dienstverband vier jaar, gebaseerd op een volledige werkweek (38 uur). Het nationale arbeidsrecht legt een grens aan de hoeveelheid opvolgende tijdelijke arbeidsovereenkomsten die een werknemer mag krijgen. Dit is de zogeheten ketenbepaling. Bij cao is bepaald dat bepaalde functies, waaronder Promovendus, zijn uitgesloten van de ketenbepaling. Dit betekent dat er geen beperkingen zijn aan het aantal opeenvolgende tijdelijke dienstverbanden. Op grond van de cao is er dus altijd ruimte voor een verlenging van het contract.

4 jaar, 3 jaar, ‘2+3’ jaar? Vanaf juli 2018 bepaalt de collectieve arbeidsovereenkomst dat de duur van contracten van werknemer-promovendi vier jaar is. Daarom hebben de meeste promovendi posities in Nederland een duur van vier jaar. In sommige gevallen wordt het PhD-traject echter behandeld als een ‘geconsolideerde’ versie van het onderzoeks-masterprogramma (2 jaar) en het daadwerkelijke PhD-traject (3 jaar). Omdat de universiteit de kandidaat aanstelt als werknemer-promovendus voor drie jaar in plaats van vier jaar, wordt dit ‘2+3’-model gezegd tijd en geld te besparen, zonder afbreuk te doen aan kwaliteit en diepgang. In Nederland zijn er al een aantal wetenschappelijke vakgebieden waar het PhD-traject deze geconsolideerde vorm heeft, zoals communicatiewetenschappen en economische wetenschappen. Hoewel de formulering van de arbeidsovereenkomst deze speelruimte biedt, moet worden benadrukt dat PNN sterk tegen het ‘2+3’-model is, zoals onder meer wordt uiteengezet in onze Employment Conditions Monitor. Er is geen duidelijk bewijs voor de voordelen van verkorting van het PhD-traject, anders dan kostenbesparingen voor universiteiten.

Wil je meer weten? Neem contact op met Emma de Brabander voor advies.

Emma de Brabander

Portfolio arbeidsvoorwaarden – Universiteiten

universiteiten@hetpnn.nl

Promovendus in dienst van UMC

Het contract voor werknemer-promovendi is een tijdelijk dienstverband voor de verwachte duur van het PhD-traject. Op het moment dat je begint, wordt je dienstverband voor bepaalde tijd vastgesteld.

Het contract voor promovendi in Universitair Medische Centra (UMC’s) kan echter aanzienlijk variëren, afhankelijk van hun achtergrond. Medische artsen worden aangenomen als MD-PhD’s, wat vaak een 3-jarig contract is, gebaseerd op een volledige werkweek van 36 uur. Andere promovendi binnen UMC’s zijn vaak OIO’s (onderzoeker-in-opleiding). Doorgaans is de duur van het dienstverband voor OIO’s vier jaar, ook gebaseerd op een volledige werkweek van 36 uur. Er zijn echter ook uitzonderingen mogelijk. Promovendi kunnen ook worden aangenomen als ‘onderzoeker’ en beginnen met een contract met een duur van 1 of 2 jaar, bijvoorbeeld als toegewezen subsidies niet voldoende zijn om een volledig PhD-traject te financieren.

Het nationale arbeidsrecht legt een grens aan de hoeveelheid opvolgende tijdelijke arbeidsovereenkomsten die een werknemer mag krijgen. Dit is de zogeheten ketenbepaling. Bij cao is bepaald dat bepaalde functies, waaronder Promovendus, zijn uitgesloten van de ketenbepaling. Dit betekent dat er geen beperkingen zijn aan het aantal opeenvolgende tijdelijke dienstverbanden. Op grond van de cao is er dus altijd ruimte voor een verlenging van het contract.

Wil je meer weten? Neem contact op met Martine van der Linde voor advies.

Martine van der Linde

Portfolio arbeidsvoorwaarden – ziekenhuizen

ziekenhuizen@hetpnn.nl

Promovendus niet in dienst

Omdat deze groep zo divers is, inclusief zowel externe, extern gefinancierde als beurs-promovendi, zijn er zeer weinig richtlijnen en worden de meeste zaken in overleg met elke individuele instelling beslist. Deze overeenkomsten omvatten meestal zaken zoals de te volgen cursussen, toegang tot subsidies en financiering, beurzen, enz.

Ongeacht de lokale regels is het erg belangrijk dat er bij de start van het PhD-traject een overeenkomst wordt gemaakt tussen de promovendus en de instelling. Deze overeenkomst moet duidelijke afspraken bevatten over cruciale aspecten van het traject, zoals begeleiding, training, gebruik van faciliteiten (bijvoorbeeld kantoorruimte en laboratoria), universitaire diensten, enz. Dit wordt meestal opgenomen in wat bekendstaat als een ‘Training and Supervision Plan’ (TSP).

Bench fees of collegegeld zijn een ander belangrijk punt om te overwegen bij de start van het PhD-traject als niet-werknemer-promovendus. Nederlandse instellingen mogen deze kosten in rekening brengen om de kosten van begeleiding, inschrijving of toegang tot laboratoria of andere faciliteiten te dekken. In dit opzicht is de aanbeveling van PNN om altijd duidelijke afspraken te maken over hoeveel je betaalt (en waarvoor) en of er enige vorm van compensatie is (bijvoorbeeld als aanvulling op beurzen die niet voldoen aan het minimum dat vereist is door immigratieautoriteiten).

Er zijn geen regels over een verschil in kosten voor externe en beurspromovendi. Sommige universiteiten hebben echter de neiging om hogere kosten in rekening te brengen aan beurspromovendi (meestal gedekt door de subsidiegever), wat betekent dat ze mogelijk ook toegang hebben tot meer faciliteiten. Onverwachte veranderingen of verhogingen van kosten kunnen tijdens je traject als niet-werknemer-promovendus optreden, dus het is belangrijk om de voorwaarden van je affiliatie met de instelling vanaf het begin zo duidelijk mogelijk vast te stellen.

Wil je meer weten? Neem contact op met Teebah Abu-Zahra voor advies.

Teebah Abu-Zahra

Labour conditions – external, international and scholarship PhD candidates
bibspromovendi@hetpnn.nl

ndervindt u momenteel problemen tijdens uw promotie waarbij u hulp nodig heeft?

De meeste instellingen hebben een aantal contactpunten voor hulp. Dit kompas is ontworpen om u te helpen de juiste ondersteuning te vinden.

In het uitklapmenu kunt u de instelling selecteren waar u promoveert. De routekaart toont u dan de beschikbare contactpunten. In de meeste gevallen is het verstandig om te beginnen bij de contactpunten in uw directe werkomgeving en daarna door te gaan naar hogere niveaus (zoals institutioneel of nationaal).

Onderaan de pagina vindt u enkele voorbeelden van problemen die u kunt tegenkomen en een lijst met beschrijvingen van elk contactpunt.

Uw Eerste Contactpunten

Collega's: Soms kan het al helpen om met uw collega's te praten over het probleem dat u ervaart. Dit zal u helpen de ernst ervan in te schatten en kan u bondgenoten bieden bij het ondernemen van verdere stappen.

Dagelijkse begeleider*: Uw dagelijkse begeleider is vanzelfsprekend het eerste contactpunt voor alle problemen. Hij of zij kan u helpen de volgende stappen te bepalen. Uiteraard voelt u zich misschien niet prettig om alles met uw begeleider te bespreken, of misschien is uw dagelijkse begeleider betrokken bij het probleem. Kijk in deze gevallen naar de andere beschikbare contactpunten.

Promotor of Copromotor*: Vooral in het geval van problemen met uw dagelijkse begeleider, kunt u contact opnemen met uw promotor of een ander lid van het begeleidingsteam en vragen om een een-op-een gesprek. Misschien kunnen zij (tijdelijk) inspringen en u helpen het probleem op te lossen.

Als u een conflict heeft met uw begeleider(s), kunt u ook de PNN routekaart voor conflicten met promotiebegeleiders raadplegen.

*Let op dat uw jaarlijkse beoordelingsgesprek met uw begeleidingsteam een goede gelegenheid is om problemen of suggesties voor verbetering aan te kaarten.

Institutional Level

Faculty / Department / Graduate School Level

Institutional Level

Faculty / Department / Graduate School Level

Nationale Contactpunten

Vakbonden: Organisaties die de belangen van academisch personeel behartigen en ondersteuning bieden bij arbeidsgerelateerde zaken, rechten en eerlijke behandeling.

NWO Loket Wetenschappelijke Integriteit: Een gespecialiseerd loket dat zich richt op zorgen over wetenschappelijke integriteit in projecten die verband houden met of gefinancierd worden door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI): Een onafhankelijk orgaan dat klachten met betrekking tot wetenschappelijke integriteit behandelt en een platform biedt voor een eerlijk onderzoek. Als u van mening bent dat de lokale wetenschappelijke integriteitscommissie van uw instelling een zaak niet correct heeft afgehandeld, kan het LOWI het volgende contactpunt zijn.

Politieaangifte doen: In gevallen van een strafbaar feit kunt u overwegen contact op te nemen met de lokale politie om incidenten te melden en hulp te zoeken.

Voorbeelden

Weet u niet zeker voor wat voor soort problemen u hulp kunt zoeken? U kunt hier enkele voorbeelden bekijken, maar onthoud dat, hoe groot of klein u uw probleem ook vindt, u altijd om hulp kunt vragen.
Werkdruk en Tijdmanagement
Persoonlijk Welzijn
Begeleiding en Mentorschap
Werkplekomgeving
Carrière en Toekomstzorgen

Beschrijvingen

Hier zijn enkele beschrijvingen van elk contactpunt:
Facultaire Promovendiraad
Graduate School
Decaan van de Faculteit
Promovendus Mentor op Faculteits-/Departementsniveau
Promovendiorganisatie
Bedrijfsarts
Promovendus Psycholoog / Vertrouwenspersoon
HR-adviseur
Adviseur / Commissie Wetenschappelijke Integriteit
Vertrouwenspersoon
Deel deze pagina