BG
Meer weten? Neem contact op met A.G. Elrod voor advies.
Contact
Emma de Brabander
Labour conditions - universities
universities@hetpnn.nl

In deze sectie presenteren we gedetailleerde informatie over de oorsprong van arbeidsvoorwaarden voor promovendi. Welke arbeidsvoorwaarden van toepassing zijn, is afhankelijk van het type contract en de werkgever. Hieronder vind je een overzicht van de arbeidsvoorwaarden zoals ze van toepassing zijn op werknemer-promovendi en externe promovendi.

Promovendus in dienst van universiteit, UMC of onderzoeksinstelling

De bouwstenen van de arbeidsvoorwaarden

De arbeidsvoorwaarden van werknemer-promovendi hebben hun oorsprong op 4 niveaus: (1) Nationaal arbeidsrecht, (2) Collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s), (3) Lokale overeenkomsten en regelgeving en (4) het persoonlijke contract.

  1. Nationale wetgeving. Dit geldt voor alle medewerkers in Nederland. Voorbeelden van relevante nationale wetten zijn de Wet minimumloon, de Arbeidstijdenwet, de Arbeidsomstandighedenwet, de Wet arbeid en zorg en het Burgerlijk Wetboek.
  2. Collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s). De cao is een overeenkomst tussen vakbonden en werkgevers, en is van toepassing op alle werknemers van een universiteit, UMC, hogeschool of instituut. Denk hierbij aan afspraken over loon, werktijden, toeslagen, vakantiedagen en pensioen. Onder welke cao je valt, hangt af van waar je werkt. De meest voorkomende cao’s onder promovendi zijn die van de cao Nederlandse Universiteiten, de cao UMC’s en de cao onderzoeksinstellingen.
  3. Lokale overeenkomsten en regelgeving. De belangrijkste lokale regelgeving voor promovendi staat in het Promotiereglement. In het promotiereglement staan regels over de aanvang van het promotietraject, de toewijzing van promotoren, de formaliteiten van het inleveren van het proefschrift en de gang van zaken omtrent de verdediging. Hierin is ook meestal geregeld wat er gebeurd in geval van conflict, en onder welke voorwaarden een promotietraject kan worden beëindigd.
    Soms staat in de CAO expliciet dat de lokale regelgeving de algemene regelgeving moet specificeren. Dit gaat om regelgeving over praktische zaken die voor elke universiteit of UMC anders kunnen zijn, bijvoorbeeld de reiskostenvergoedingen. Een ander voorbeeld van een regelgeving die lokaal geregeld is is het recht om promotor te zijn (ius promovendi).
  4. Persoonlijk contract. Hierin staan afspraken op basis van je persoonlijke situatie. Voorbeelden zijn de formele aanstelling van je promotor en de afspraken over het eigendom van de data die je tijdens je promotietraject verzamelt. In het contract kunnen ook afspraken staan over het soort financiering dat je krijgt voor je promotietraject. Soms wordt het onderwijs- en begeleidingsplan verwerkt in de arbeidsovereenkomst.

Van deze vier niveaus is de cao het belangrijkst. Wanneer je niet onder een cao valt, heb je over het algemeen alleen de minimale bescherming van het nationale recht. De cao is ook belangrijker dan je eigen contract: wat er in de cao staat gaat altijd boven wat er in het contract staat.

Wil je meer weten en werk je bij een UMC? Neem contact op met Martine van der Linde voor advies.

Martine van der Linde

Portfolio arbeidsvoorwaarden – ziekenhuizen

ziekenhuizen@hetpnn.nl

Promovendus niet in dienst

Vanwege de status van niet-aangestelde promovendi zijn de arbeidsrechten en arbeidsvoorwaarden verbonden aan een arbeidsovereenkomt (bijvoorbeeld via de cao) niet van toepassing op externe promovendi en beurs-promovendi. In deze gevallen worden de voorwaarden lokaal vastgesteld door de universiteit en dienen ze duidelijk opgenomen te worden in de overeenkomst met de externe promovendus of beurs-promovendus. Voor extern gefinancierde promovendi gelden de arbeidsvoorwaarden van hun hoofdwerkgever.

PNN is zich bewust van de structurele ongelijkheden die niet-aangestelde promovendi benadelen, evenals de tekortkomingen in hun verbondenheid met hogeronderwijsinstellingen. Zoals eerder aangegeven onder ‘Begin van het contract’, dient in de overeenkomst duidelijk te worden vastgelegd tot welke voorzieningen en faciliteiten de promovendus toegang heeft (bijv. begeleiding, trainingen, financiering, etc.) en onder welke voorwaarden (bijv. wat betreft kosten of afhankelijk van voortgang van het onderzoeksproject).

Daarnaast dien je ook op de hoogte te zijn van lokale afspraken en regelgeving bij jouw universiteit. De belangrijkste lokale regelgeving voor promovendi is het promotiereglement. Dit document behandelt het algemene verloop van het promotietraject, inclusief de benoeming van begeleiders, de formaliteiten rond het indienen van het proefschrift en de gang van zaken rondom de (voorbereiding van de) promotieceremonie. Promotiereglementen bevatten doorgaans ook bepalingen over conflictoplossing en het beëindigen van promotietrajecten. Een ander voorbeeld dat lokaal geregeld wordt, is het promotierecht (ius promovendi).

Sociale voordelen

Vanwege hun inkomensniveau kunnen beurspromovendi ook recht hebben op sociale voordelen volgens de Nederlandse regelgeving, bijvoorbeeld op het gebied van huurtoeslag, zorgtoeslag of kinderbijslag. Er gelden echter verschillende regels met betrekking tot de geschiktheid voor deze voordelen, dus neem contact op met de belastingdienst voor meer informatie.
Je kunt ook een lijst met veelgestelde vragen over arbeidsrechten voor beurs-promovendi vinden op de website van De AOb (vakbond): https://www.aob.nl/en/lid-worden/veelgestelde-vragen-promovendi/

ndervindt u momenteel problemen tijdens uw promotie waarbij u hulp nodig heeft?

De meeste instellingen hebben een aantal contactpunten voor hulp. Dit kompas is ontworpen om u te helpen de juiste ondersteuning te vinden.

In het uitklapmenu kunt u de instelling selecteren waar u promoveert. De routekaart toont u dan de beschikbare contactpunten. In de meeste gevallen is het verstandig om te beginnen bij de contactpunten in uw directe werkomgeving en daarna door te gaan naar hogere niveaus (zoals institutioneel of nationaal).

Onderaan de pagina vindt u enkele voorbeelden van problemen die u kunt tegenkomen en een lijst met beschrijvingen van elk contactpunt.

Uw Eerste Contactpunten

Collega's: Soms kan het al helpen om met uw collega's te praten over het probleem dat u ervaart. Dit zal u helpen de ernst ervan in te schatten en kan u bondgenoten bieden bij het ondernemen van verdere stappen.

Dagelijkse begeleider*: Uw dagelijkse begeleider is vanzelfsprekend het eerste contactpunt voor alle problemen. Hij of zij kan u helpen de volgende stappen te bepalen. Uiteraard voelt u zich misschien niet prettig om alles met uw begeleider te bespreken, of misschien is uw dagelijkse begeleider betrokken bij het probleem. Kijk in deze gevallen naar de andere beschikbare contactpunten.

Promotor of Copromotor*: Vooral in het geval van problemen met uw dagelijkse begeleider, kunt u contact opnemen met uw promotor of een ander lid van het begeleidingsteam en vragen om een een-op-een gesprek. Misschien kunnen zij (tijdelijk) inspringen en u helpen het probleem op te lossen.

Als u een conflict heeft met uw begeleider(s), kunt u ook de PNN routekaart voor conflicten met promotiebegeleiders raadplegen.

*Let op dat uw jaarlijkse beoordelingsgesprek met uw begeleidingsteam een goede gelegenheid is om problemen of suggesties voor verbetering aan te kaarten.

Institutional Level

Faculty / Department / Graduate School Level

Institutional Level

Faculty / Department / Graduate School Level

Nationale Contactpunten

Vakbonden: Organisaties die de belangen van academisch personeel behartigen en ondersteuning bieden bij arbeidsgerelateerde zaken, rechten en eerlijke behandeling.

NWO Loket Wetenschappelijke Integriteit: Een gespecialiseerd loket dat zich richt op zorgen over wetenschappelijke integriteit in projecten die verband houden met of gefinancierd worden door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI): Een onafhankelijk orgaan dat klachten met betrekking tot wetenschappelijke integriteit behandelt en een platform biedt voor een eerlijk onderzoek. Als u van mening bent dat de lokale wetenschappelijke integriteitscommissie van uw instelling een zaak niet correct heeft afgehandeld, kan het LOWI het volgende contactpunt zijn.

Politieaangifte doen: In gevallen van een strafbaar feit kunt u overwegen contact op te nemen met de lokale politie om incidenten te melden en hulp te zoeken.

Voorbeelden

Weet u niet zeker voor wat voor soort problemen u hulp kunt zoeken? U kunt hier enkele voorbeelden bekijken, maar onthoud dat, hoe groot of klein u uw probleem ook vindt, u altijd om hulp kunt vragen.
Werkdruk en Tijdmanagement
Persoonlijk Welzijn
Begeleiding en Mentorschap
Werkplekomgeving
Carrière en Toekomstzorgen

Beschrijvingen

Hier zijn enkele beschrijvingen van elk contactpunt:
Facultaire Promovendiraad
Graduate School
Decaan van de Faculteit
Promovendus Mentor op Faculteits-/Departementsniveau
Promovendiorganisatie
Bedrijfsarts
Promovendus Psycholoog / Vertrouwenspersoon
HR-adviseur
Adviseur / Commissie Wetenschappelijke Integriteit
Vertrouwenspersoon
Deel deze pagina