Landelijk Overleg UMC Promovendi (LOUP)

Naast de promotietrajecten aan de universiteiten, vinden veel promotietrajecten plaats aan universitaire medisch centra (UMC’s) en perifere ziekenhuizen. Deze promovendi vallen onder andere regelgeving dan hun collega’s aan de universiteiten. Hierdoor spelen voor deze promovendi deels andere thema’s, waarvoor PNN zich ook inzet.
PNN-LOUP
Vanuit PNN is een aparte werkgroep opgericht voor de specifieke onderwerpen vanuit deze groepen; het Landelijk Overleg UMC Promovendi (LOUP). Deze werkgroep bestaat uit promovendi vertegenwoordigers uit de acht UMC’s en een aantal perifere ziekenhuizen die eens per zes tot acht weken een vergadering hebben. Hierbij komen zowel lokale als landelijke thema’s aan bod, waarbij we gezamenlijk tot een plan van aanpak komen.
Arbeidsvoorwaarden
Promovendi aan UMC’s vallen onder de cao-UMC’s . Hierbij is van belang dat er verschillende voorwaarden gelden voor artsen die promoveren (arts-onderzoekers) dan voor promovendi met andere academische achtergronden (onderzoekers in opleiding (OIO’s)). Voor arts-onderzoekers geldt als minimum salarisschaal 10.2, terwijl OIO’s starten in een aparte salarisschaal. Daarnaast hebben de perifere ziekenhuizen ook een eigen CAO, namelijk de CAO-ziekenhuizen. PNN zet zich in voor verbetering van de arbeidsvoorwaarden en bewustwording van rechten en plichten onder promovendi.
Kwaliteit van onderwijs en begeleiding
Als promovendus ben je beginnend onderzoeker en daarbij zijn goede begeleiding en kwalitatieve cursussen onontbeerlijk. In tegenstelling tot de cao voor universiteiten (cao-NU), biedt de cao-UMC’s geen bescherming omtrent de kwaliteit van het promotietraject. Verder bevat de CAO-ziekenhuizen nog nauwelijks informatie en bepalingen voor promovendi. Het initiatief voor het maken van afspraken met de promotor en eventuele dagelijkse begeleider ligt daardoor bij promovendus. Een goed format voor het vastleggen van afspraken omtrent het traject is het opstellen van een opleidings- en begeleidingsplan (OBP). Naast de dagelijkse begeleiding zijn ook cursussen nodig voor het verkrijgen van de noodzakelijke vaardigheden. Op dit moment zijn er grote verschillen tussen UMC’s in het aantal vereiste studiepunten (ECTS) die behaald dienen te worden gedurende het promotietraject. PNN zet zich in voor hoogwaardige promotietrajecten voor alle promovendi. Specifiek voor de UMC’s nemen enkele LOUP-leden deel aan landelijke commissies zoals het NFU Graduate school overleg en de BROK-commissie.

ndervindt u momenteel problemen tijdens uw promotie waarbij u hulp nodig heeft?
De meeste instellingen hebben een aantal contactpunten voor hulp. Dit kompas is ontworpen om u te helpen de juiste ondersteuning te vinden.
In het uitklapmenu kunt u de instelling selecteren waar u promoveert. De routekaart toont u dan de beschikbare contactpunten. In de meeste gevallen is het verstandig om te beginnen bij de contactpunten in uw directe werkomgeving en daarna door te gaan naar hogere niveaus (zoals institutioneel of nationaal).
Onderaan de pagina vindt u enkele voorbeelden van problemen die u kunt tegenkomen en een lijst met beschrijvingen van elk contactpunt.
Uw Eerste Contactpunten
Collega's: Soms kan het al helpen om met uw collega's te praten over het probleem dat u ervaart. Dit zal u helpen de ernst ervan in te schatten en kan u bondgenoten bieden bij het ondernemen van verdere stappen.
Dagelijkse begeleider*: Uw dagelijkse begeleider is vanzelfsprekend het eerste contactpunt voor alle problemen. Hij of zij kan u helpen de volgende stappen te bepalen. Uiteraard voelt u zich misschien niet prettig om alles met uw begeleider te bespreken, of misschien is uw dagelijkse begeleider betrokken bij het probleem. Kijk in deze gevallen naar de andere beschikbare contactpunten.
Promotor of Copromotor*: Vooral in het geval van problemen met uw dagelijkse begeleider, kunt u contact opnemen met uw promotor of een ander lid van het begeleidingsteam en vragen om een een-op-een gesprek. Misschien kunnen zij (tijdelijk) inspringen en u helpen het probleem op te lossen.
Als u een conflict heeft met uw begeleider(s), kunt u ook de PNN routekaart voor conflicten met promotiebegeleiders raadplegen.
*Let op dat uw jaarlijkse beoordelingsgesprek met uw begeleidingsteam een goede gelegenheid is om problemen of suggesties voor verbetering aan te kaarten.
Nationale Contactpunten
Vakbonden: Organisaties die de belangen van academisch personeel behartigen en ondersteuning bieden bij arbeidsgerelateerde zaken, rechten en eerlijke behandeling.
NWO Loket Wetenschappelijke Integriteit: Een gespecialiseerd loket dat zich richt op zorgen over wetenschappelijke integriteit in projecten die verband houden met of gefinancierd worden door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI): Een onafhankelijk orgaan dat klachten met betrekking tot wetenschappelijke integriteit behandelt en een platform biedt voor een eerlijk onderzoek. Als u van mening bent dat de lokale wetenschappelijke integriteitscommissie van uw instelling een zaak niet correct heeft afgehandeld, kan het LOWI het volgende contactpunt zijn.
Politieaangifte doen: In gevallen van een strafbaar feit kunt u overwegen contact op te nemen met de lokale politie om incidenten te melden en hulp te zoeken.
