Internationale promovendi

Ruim 40% van alle promovendi in Nederland zijn internationale promovendi. PNN wil aandacht besteden aan de behoeften van deze promovendi en de specifieke problemen waarmee zij te maken krijgen. Voor zowel de promovendiorganisaties (PO’s) als het PNN zijn internationale promovendi niet altijd even makkelijk te bereiken, en zal het nodig zijn om hiervoor effectieve strategieën te ontwikkelen. Specifieke aandacht gaat daarnaast uit naar promovendi die naar Nederland komen op een beurs vanuit hun thuisland. Deze beurspromovendi moeten vaak rondkomen van een beurs die lager is dan het salaris van werknemerpromovendi en soms ook lager is dan het Nederlands minimumloon. Hoewel sommige universiteiten een zogenoemde ‘top-up’ beurs verstrekken, is dit niet overal het geval omdat dit juridisch ingewikkeld is. Desalniettemin moeten instellingen voorkomen dat internationale promovendi naar Nederland komen op een beurs die dusdanig ontoereikend is dat zij niet in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Zodoende is ondersteuning bij bijvoorbeeld huisvesting belangrijk, vooral in steden waar de gemiddelde huurprijzen hoog zijn. Een andere groep die speciale aandacht behoeft zijn de zogenoemde ‘sandwich promovendi’ die aan twee universiteiten zijn verbonden, waarvan één veelal een instelling in het buitenland.
Integratie in Nederland, waaronder in het Nederlandse wetenschappelijke systeem, valt veel internationale promovendi zwaar. Uit de PNN PhD Survey 2020 blijkt dat hoewel internationale promovendi op grote schaal cultuurverschillen en taalbarrières ervaren, ruim de helft geen toegang heeft tot hulp bij integratie. Daarnaast hebben internationale promovendi vaker last van mentale klachten en ongewenst gedrag, zoals discriminatie. Vanwege verschillen in (werk)cultuur, onvoldoende kennis van hun rechten, en de soms ingewikkelde wegen binnen instellingen, kunnen internationale promovendi moeilijk voor zichzelf opkomen. PNN zet in op het aanbieden van goede, Engelstalige informatie over de rechten en plichten van promovendi binnen de verschillende constructies en het nastreven van een eerlijke beloning door middel van een ‘top-up’ systeem. Daarnaast wil het PNN universiteiten stimuleren meer laagdrempelige integratiemogelijkheden en hulp bij mentale klachten aan te bieden.

ndervindt u momenteel problemen tijdens uw promotie waarbij u hulp nodig heeft?
De meeste instellingen hebben een aantal contactpunten voor hulp. Dit kompas is ontworpen om u te helpen de juiste ondersteuning te vinden.
In het uitklapmenu kunt u de instelling selecteren waar u promoveert. De routekaart toont u dan de beschikbare contactpunten. In de meeste gevallen is het verstandig om te beginnen bij de contactpunten in uw directe werkomgeving en daarna door te gaan naar hogere niveaus (zoals institutioneel of nationaal).
Onderaan de pagina vindt u enkele voorbeelden van problemen die u kunt tegenkomen en een lijst met beschrijvingen van elk contactpunt.
Uw Eerste Contactpunten
Collega's: Soms kan het al helpen om met uw collega's te praten over het probleem dat u ervaart. Dit zal u helpen de ernst ervan in te schatten en kan u bondgenoten bieden bij het ondernemen van verdere stappen.
Dagelijkse begeleider*: Uw dagelijkse begeleider is vanzelfsprekend het eerste contactpunt voor alle problemen. Hij of zij kan u helpen de volgende stappen te bepalen. Uiteraard voelt u zich misschien niet prettig om alles met uw begeleider te bespreken, of misschien is uw dagelijkse begeleider betrokken bij het probleem. Kijk in deze gevallen naar de andere beschikbare contactpunten.
Promotor of Copromotor*: Vooral in het geval van problemen met uw dagelijkse begeleider, kunt u contact opnemen met uw promotor of een ander lid van het begeleidingsteam en vragen om een een-op-een gesprek. Misschien kunnen zij (tijdelijk) inspringen en u helpen het probleem op te lossen.
Als u een conflict heeft met uw begeleider(s), kunt u ook de PNN routekaart voor conflicten met promotiebegeleiders raadplegen.
*Let op dat uw jaarlijkse beoordelingsgesprek met uw begeleidingsteam een goede gelegenheid is om problemen of suggesties voor verbetering aan te kaarten.
Nationale Contactpunten
Vakbonden: Organisaties die de belangen van academisch personeel behartigen en ondersteuning bieden bij arbeidsgerelateerde zaken, rechten en eerlijke behandeling.
NWO Loket Wetenschappelijke Integriteit: Een gespecialiseerd loket dat zich richt op zorgen over wetenschappelijke integriteit in projecten die verband houden met of gefinancierd worden door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI): Een onafhankelijk orgaan dat klachten met betrekking tot wetenschappelijke integriteit behandelt en een platform biedt voor een eerlijk onderzoek. Als u van mening bent dat de lokale wetenschappelijke integriteitscommissie van uw instelling een zaak niet correct heeft afgehandeld, kan het LOWI het volgende contactpunt zijn.
Politieaangifte doen: In gevallen van een strafbaar feit kunt u overwegen contact op te nemen met de lokale politie om incidenten te melden en hulp te zoeken.
